Het begin van de Dwaling en het einde
Soennan ad-Daaremie Overgeleverd door Ad-Daaremie in zijn Soennan met een authentieke ketting van overleveraars; dat Aboe Moesaa Al-Ash’arie Radieyallaahoe 'anhoe naar ‘Abdoellaah ibn Mas’oed Radieyallaahoe 'anhoe ging en zei: ‘O Aboe Abdoer-Rahmaan ik heb net iets in de moskee gezien wat ik verafschuwde terwijl ik eigenlijk –walhamdoellillaah- niets anders dan goed heb gezien!
Hij (‘Abdoellaah) zei: ‘Wat is dat dan?’ Hij zei: ‘Wannneer je zal leven zal je het zien! Ik heb groepjes mensen in kringen zien zitten die gezamenlijk op de aanvang van het gebed wachtten. Elke kring bestond uit personen met steentjes in hun handen en er zat een man die tegen hen zei: ‘Zeg honderd keer Allaahoe Akbar, waarop, zij honderd keer takbier gaven. Daarna zei hij: ‘Zeg honderd keer Laa Illaahaa Illallaah, waarop zij dit honderd keer deden. Daarna zei hij: ‘Zeg honderd keer Soebhaanallaah, waarop zij honderd keer Soebhaanallaah zeiden.
Hij (‘Abdoellaah) zei: ‘Wat heb je tegen hen gezegd? Hij (Aboe Moesaa): ‘Ik heb niets tegen hen gezegd omdat ik jouw mening wilde weten!’ Hij (‘Abdoellaah) zei: ‘Waarom heb je hen niet geadviseerd om hun zonden te tellen en gegarandeerd dat niets van hun goede daden verloren zal gaan!’
Hij zei: ‘Daarna ging hij (‘Abdoellaah) op weg naar hen en we gingen met hem mee. Totdat we bij één van die kringen aankwamen en hij bij hen ging staan en zei: ‘Wat is dit wat jullie aan het doen zijn? Zij zeiden: ‘Steentjes waarmee wij onze takbier, tahliel en tasbieh tellen!’ Hij zei: ‘Tel jullie zonden dan maar! Ik garandeer jullie dat er niets van jullie goede daden verloren zal gaan! Wees gewaarschuwd O volgelingen van Mohammed! Wat gaat jullie verlies rap! Want, hier zijn de metgezellen van jullie Profeet noch aanwezig. En dit zijn Zijn kleren die noch niet vergaan zijn en Zijn (huishoudelijk) gerei wat noch niet gebroken is. Bij Degene in Wiens Hand mijn ziel is, jullie zijn of op een religie die beter is dan die van Mohammed! Of jullie openen een deur van de dwaling!’
Zij zeiden: ‘Bij Allaah, O Abaa Abdir-Rahmaan! Wij wilden niets anders dan het goede!’ Hij zei: ‘Hoeveel zijn er die het goede willen maar het toch niet bereiken!’ Voorwaar, de Profeet Vrede zij met Hem heeft ons verteld dat er een volk zal komen die de Qor`aan lezen terwijl deze niet verder dan hun kelen zal komen (i.e. zij geloven niet daadwerkelijk met hun harten)! Bij Allaah ik zou het niet weten maar het kan zijn dat de meesten van hen vanonder jullie (kringen) zijn? Daarna verliet hij hen!’
‘Orwah ibn Salimah (Rahiemehoellaah) –de overleveraar van de hadieth- zei: ‘We hebben het overgrote gedeelte van de mensen die zich in deze kringen bevonden op de dag van Nahrawaan (oorlog tussen ‘Ali ibn Abie Taalib en de Chawaaridj) tegen ons zien vechten! (1)
_____________
(1) Shaych ‘Abdoellaah Al-‘Obaylaan (hafidhahoellaah) zei over deze hadieth in zijn boek Moqtatafaat wa noebdh min Sharh Kitaab As-Soennah lil-Berbehaarie blz. 52, onder deze uitspraak van Al-Berbehaarie (Rahiemehoellaah): ‘Wees gewaarschuwd voor de kleine toegevoegde zaken, want kleine bid’ah’s worden groot!’: ‘Deze overlevering is een bewijs voor het gevaar van de Bid’ah en het volk van Al-Bid’ah! Want, hun uiteindelijke bestemming is het vermoorden van de mensen die de Tauwhied volgen, en dat de kleine bid’ah de grote bid’ah aanwakkerd!’