En Wij maakten van hen Imaams die met Ons bevel Leiding geven, toen zij geduldig waren en van Onze Tekenen overtuigd waren."
Hij - moge Allah hem genadig zijn - was een geleerde in de hadieth(
en fiqh(9) en droeg een grote zorg aan het bewijs, streefde naar het terugkeren naar de bewijzen en het hieraan vasthouden, en spoorde aan tot het inslaan van deze weg. Hij had een grote belangstelling voor de hadieth, en het kennen van zowel de authentieke als de zwakke ervan, de overleveraars, en over wie van hen gesproken wordt. In zijn fataawaa en zijn lessen vermeldde hij dat, en zei dan: "Deze hadieth is authentiek, of zwak; omdat de keten die en die overleveraar bevat, of hij is moenqati', of hij is moersal, of hij is zo en zo of zo en zo."
Hij had een grote belangstelling voor fiqh -moge Allah hem genadig zijn, aangezien hij de gezaghebbende bron voor fataawaa was in het Koninkrijk en daarbuiten, en de Moeftie(10) van de Mensheid, zoals ik al heb gezegd, naar wie de mensen terugkeerden voor verschillende vraagstukken.
Hij droeg een grote zorg aan het noemen van de uitspraak of de regelgeving, gepaard met zijn bewijs en de verduidelijking hiervan, of deze nu gebaseerd was op de overlevering of op het verstand - moge Allah hem genadig zijn.
En in zijn commentaar op de uitspraak die naar zijn mening tegenstrijdig was met datgene wat correct is, was hij - moge Allah hem genadig zijn - uiterst beleefd met de mensen van kennis, en zei dan: "Deze uitspraak wordt betwijfeld, en het correcte is dit en dit."
(...)Maar als de uitspraak waardeloos, duidelijk vals, onwaarheid en tegenstrijdig aan het bewijs was, dan zei hij: "Deze uitspraak is duidelijk vals, of deze uitspraak is incorrect, of niet juist, een valse uitspraak," of andere gelijkende uitdrukkingen.
Hij - moge Allah hem genadig zijn - had een eminentie bereikt in de kennis, en een hoge rang en verheven positie, zowel de specifieken als het gewone volk getuigen hiervan. En hij heeft deze eminentie niet bereikt door languit achterover te zitten, maar heeft deze slechts bereikt door een ijver en inspanning vanaf zijn vroegste jaren; hij was een ijverige en hardwerkende man, en een dichter heeft ooit gezegd:
En wanneer de ziel groots is,
raakt het lichaam vermoeid in het bereiken van haar doel.
Hij bereikte wat hij bereikte - na de gunst van Allah - slechts door ijver en inspanningen, vermoeidheid, last en moeite, en het opofferen van moeite, gezondheid en welzijn omwille van het bezig zijn met kennis, en het tot nut zijn van de mensen - moge Allah hem genadig zijn.
Yahya ibn Abie Kathier al-Yamaamie heeft gezegd, zoals al-Imaam Moeslim in zijn Sahieh heeft overgeleverd:
"De kennis verkrijgt men niet door het rusten van het lichaam."
(..)En hij - moge Allah hem genadig zijn - was geduldig en rekenend (op Allah's beloning), ijverig en toegewijd in alle fasen van zijn leven, totdat Allah - de Almachtige en Majesteitelijke - hem wegnam. Hij was een harde werker op het formele werkterrein, in de moskee, op straat en thuis. Hij kende geen tijd om te rusten, behalve een weinig, en zijn deur stond open - moge Allah hem genadig zijn - om de mensen te ontvangen voor het geven van fataawaa, om te bemiddelen, hulp te verlenen of te adviseren, en andere zaken waar de mensen een behoefte aan hebben.
Hij behaalde deze eminentie en deze verheven positie dus slechts door middel van ijver, hard werken en zelfopoffering -moge Allah hem genadig zijn en hem vergeven.
Ten vijfde: zijn uitgestrekte profijt
Hij - moge Allah hem genadig zijn - was nuttig voor de mensen in zijn kennis, in zijn raadgeving, in zijn gebieden van het goede en verbieden van het slechte, in zijn da'wah naar het goede en in zijn steun aan de mensen met zijn bezit en zijn positie; dit alles behoort tot de verschillende aspecten van zijn uitgestrekte profijt.
Hij was een uitnodiger naar Allah met wijsheid en goede bewoordingen, in zijn lezingen, zijn woorden en zijn boeken. En hij stelde buiten het Koninkrijk uitnodigers aan op de kosten van een aantal weldoeners.
En tot zijn uitgestrekte profijt behoren zijn veelvuldige fataawaa, zowel door middel van rechtstreekse ontmoeting, als op telefonische wijze, als op correspondentiele wijze. Dit alles behoort tot zijn profijt voor de mensen.
Wanneer hij - moge Allah hem genadig zijn - in sommige bladen en tijdschriften fouten tegenkwam, attendeerde hij hierop door middel van woorden die gepubliceerd werden in de bladen of essays die hij schreef en dan exclusief gedrukt werden.
Zijn - moge Allah hem genadig zijn - bijeenkomsten waren gevuld met kennis, raadgevingen, nuttigheden, profijt en weldadigheden aan de mensen, en het waren bijeenkomsten die bijgewoond werden door de Engelen, omdat deze gevuld waren met de gedachtenis van Allah, profijtvolle kennis en met raadgevingen en profijt voor de Moslims - moge Allah hem genadig zijn en hem vergeven.
Hij was zeer ijverig in het bijstaan van de behoeftigen en het bouwen van moskeeën, binnen het Koninkrijk en daarbuiten. En in zijn privé-bibliotheek in zijn huis waren archieven met (namen van) verschillende personen en bestemmingen die steun ontvingen, of deze nu tot de armen behoorden of tot de uitnodigers, zowel binnen het Koninkrijk als daarbuiten.
Hij - moge Allah hem genadig zijn - was een bezitter van zachtmoedigheid, vrijgevigheid en gastvrijheid. Wanneer iemand hem bezocht uit een andere stad, haastte hij zich om hem uit te nodigen voor het nuttigen van het middageten of het avondeten, en vroeg hem dan naar zijn staat en de staat van zijn vader en moeder als deze nog in leven waren, of naar de staat van een aantal van zijn familieleden, en naar de prominente geleerden uit zijn stad, en dit behoort tot zijn edele karakter, zijn gunst en zijn nobelheid - moge Allah hem genadig zijn.
Zijn huis was altijd gevuld met armen en behoeftigen, en mensen die voor een fatwaa kwamen of voor het zoeken naar steun en bijstand, die dan deelnamen aan het middageten of het avondeten, welke elke dag bereid werd met een hoeveelheid die voldeed aan dat aantal van zijn gasten - moge Allah hem genadig zijn.
Tijdens de haddj(11) van het jaar 1419 H. en dat is het jaar waarin hij van de haddj afwezig bleef in het einde van zijn leven, vanwege een ziekte waardoor de dokters hem adviseerden om niet te reizen naar de haddj. Daarom stelde hij iemand aan om zijn huis in Mekkah te openen, en zijn tentenkamp in Minaa, en het verzorgen van maaltijden en deze voor te dragen aan de mensen die gewoon waren hem te bezoeken om profijt te hebben van zijn kennis en hem te vergezellen in zijn maaltijd. En hij nam dan telefonisch contact op met degene die hij daarvoor aanstelde om zichzelf daarover gerust te stellen.
Hij maakte gebruik van zijn positie om voor de mensen te bemiddelen en om hen bij te staan in het vervullen van hun wensen en het verwilligen van hun behoeften.
Vervolgens werd het voor mij vergemakkelijkt om hem te bezoeken tijdens de periode van de haddj in zijn huis en zijn kamp in Minaa, en in dit jaar waarin hij van de haddj afwezig bleef, reisde ik naar Mekkah toen hij daar verbleef voordat hij voor twee dagen naar Taa-if ging, en dat was op donderdag 29 Dhoel-Hiddjah. Ik vertrok samen met één van mijn zonen speciaal om hem te bezoeken, en toen we bij hem aankwamen en hem begroetten, haastte hij zich zoals gewoonlijk om te vragen naar onze staat en naar de ouders, en om uit te nodigen voor het nuttigen van het middageten, waarop ik tegen hem zei: "We zijn speciaal uit al-Medienah gekomen om u te bezoeken en om het middageten samen met u te nuttigen, en daarna terug te keren naar al-Medienah." Hij - moge Allah hem genadig zijn - antwoordde: "Allah - de Almachtige en Majesteitelijke - zegt:
وجبت محبتي للمتحابين والمتزاورين في
"Mijn Liefde is verplicht voor degenen die elkaar omwille van Mij liefhebben en opzoeken."
En tijdens die ontmoeting waren in zijn bijeenkomst zestig behoeftigen aanwezig, één van degenen die de verzoeken aan hem voorlas had hun aantal namelijk genoemd. Wij arriveerden om 10 uur 's ochtends bij hem, en vanaf die tijd totdat er werd opgeroepen voor het dohr(12) gebed waren er twee secretarissen bij hem. Elk van hen had een aantal verzoeken bij zich, en lazen om de beurt aan hem voor, en wanneer de telefoon afging, nam hij de hoorn op en beantwoordde dan de zoeker naar een fatwaa.
Toen er werd opgeroepen voor het dohr gebed, vroeg hij wat het aantal was van degenen wiens verzoeken overgebleven waren, waarop er werd gezegd dat er acht overgebleven waren. Dus zei hij: "Als Allah het wil, beëindigen we hun verzoeken na het gebed." En na het gebed keerde hij terug en voltooide wat er was overgebleven totdat het middageten werd gebracht, waarop iedereen opstond om het middageten te nuttigen. Het eten was veel zoals gewoonlijk, omdat de aanwezigen velen waren, en de schalen waarom de mensen zich op die dag verzamelden, waren zes grote schalen - moge Allah hem genadig zijn en hem vergeven.
Hij - moge Allah hem genadig zijn - nam geen genoegen aan zijn inspanningen in het dienstig zijn aan de mensen en zijn ijver in het bijstaan van hen, en schreef een brief naar één van de grote geleerden en dat was op de 8e dag van de 3e maand van het jaar 1418 H., waarin hij zei:
"Het verheugt me om u te berichten dat ik sinds een lange tijd de taak op me heb genomen in het steunen van vele behoeftigen binnen het Koninkrijk en daarbuiten, het bouwen van moskeeën binnen het Koninkrijk en daarbuiten, en het aanstellen van uitnodigers buiten het Koninkrijk en dat op de kosten van de Bedienaar van de Twee Heilige Nobele Plaatsen en zijn opvolger, en een aantal Prinsen en weldoeners en handelaren,"
Daarna zei hij:
"En de eeuwigheid is aan Allah, en elke ziel zal de dood proeven. Wanneer de dood mij dan overmant, wens ik dat jullie deze werken op jullie nemen, en dat jullie de beloning bij Allah - de Almachtige en Majesteitelijke - verwachten."